Ingeval van tegenstrijdige verklaringen ten gevolge van traumatische ervaringen moet aan de asielzoeker het voordeel van de twijfel worden gegund, zoals dat is bepaald in de internationale jurisprudentie (o.a. Europese Commissie voor de mensenrechten, 23 april 1998, in Hatami vs. Zweden en Comité tegen marteling, 12 november 1998, in Ayas vs. Zweden) en in de paragrafen 203 en 204 van het Handboek van de UNHCR.
En cas de déclarations contradictoires par suite d'expériences traumatiques, le bénéfice du doute doit être accordé au demandeur d'asile, ainsi que cela est défini par la jurisprudence internationale (entre autres, Commission européenne des droits de l'homme, 23 avril 1998, Hatami c. Suède et comité contre la torture, et 12 novembre 1998, Ayas c. Suède) et dans le manuel du HCR, paragraphes 203 et 204.