4. Bij het nemen van maatregelen ter voorkoming, vermindering of bestrijding van verontreiniging van het mariene milieu, onthouden de Staten zich van ongerechtvaardigde inmenging in de werkzaamheden, verricht door andere Staten bij de uitoefening van hun rechten en nakoming van hun verplichtingen ingevolge dit Verdrag.
4. Lorsqu'ils prennent des mesures pour prévenir, réduire ou maîtriser la pollution du milieu marin, les États s'abstiennent de toute ingérence injustifiable dans les activités menées par d'autres États qui exercent leurs droits ou s'acquittent de leurs obligations conformément à la Convention.