Art. 2. Behoudens andersluidend besluit van de Voorzitter van het directiecomité, zijn de administrateurs-generaal en de directeurs van een stafdienst bevoegd voor het vacant verklaren van de betrekkingen van het niveaus B, C en D voor de diensten die onder hun verantwoordelijkheid werden geplaatst.
Art. 2. Sauf si un arrêté du Président du comité de direction en dispose autrement, les administrateurs généraux et les directeurs d'un service d'encadrement sont compétents pour déclarer vacants les emplois des niveaux B, C et D des services qui sont placés sous leur responsabilité.