3. Na de instelling van een tijdelijke opschorting kunnen voor het luchtruim dat onder de verantwoordelijkheid van de betrokken lidstaat of lidstaten valt, aanpassingen worden uitgewerkt in de krachtens de toepassing van artikel 10 , lid 3, vastgestelde maatregelen volgens de procedure van artikel 8 van de kaderverordening.
3. À la suite de l'introduction d'une suspension temporaire, des adaptations aux règles adoptées en application de l'article 8 , peuvent être élaborées pour l'espace aérien relevant de la responsabilité du ou des États membres concernés, conformément à la procédure visée à l'article 10, paragraphe 3, du règlement-cadre.