2. Niets verantwoordt de verlenging van de verjaringstermijn wanneer de omstandigheden die het instellen van een procedure verhinderden hebben opgehouden te bestaan voldoende lang voor de in het verdrag bepaalde termijn normaliter verstrijkt.
2. Rien ne justifie la prolongation du délai de prescription lorsque les circonstances qui ont empêché l'introduction d'une procédure ont cessé d'exister assez longtemps avant l'expiration normale du délai prévu par la Convention.