Van dringende noodzakelijkheid is geen sprake, temeer daar de verzoekende partijen, enerzijds, meer dan vijf maanden hebben gewacht met het instellen van hun vordering en zij, anderzijds, een aanvraag hebben gedaan tot vervroeging van de opzeggingsperiode bedoeld in artikel 3, 1, van het decreet.
Il n'est pas question d'urgence, d'autant que les parties requérantes, d'une part, ont attendu plus de cinq mois avant d'introduire leur demande et, d'autre part, ont demandé d'anticiper la période de résiliation visée à l'article 3, 1er, du décret.