De eerste voorzitter van het hof van beroep wijst onder de vastbenoemde hoofdgriffiers die voldoen aan de taalvoorwaarden bedoeld in artikel 54, § 4, van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtzaken, degene aan die tot de eedaflegging van de hoofdgriffier van Eupen de bevoegdheden zal uitoefenen van hoofdgriffier van de rechtbank van eerste aanleg, van de rechtbank van koophandel, van de arbeidsrechtbank, van de politierechtbank en van de vredegerechten te Eupen.
Le premier président de la cour d'appel désigne, parmi les greffiers en chef nommés et qui satisfont aux conditions linguistiques visées à l'article 54, § 4, de la loi du 15 juin 1935 concernant l'emploi des langues en matière judiciaire, celui qui, jusqu'à la prestation de serment du greffier en chef d'Eupen, exercera les compétences du greffier en chef du tribunal de première instance, du tribunal de commerce, du tribunal du travail, du tribunal de police et des justices de paix d'Eupen.