« Art. 46. In het kanton Moeskroen-Komen-Waasten moeten de vrederechter of een plaatsvervangend vrederechter bewijzen de Nederlandse taal te kennen; in het kanton Tongeren-Voeren moeten een vrederechter of een plaatsvervangend vrederechter en in de kantons Kraainem-Sint-Genesius-Rode en Meise moeten de vrederechter of een plaatsvervangend vrederechter bewijzen de Franse taal te kennen».
« Art. 46. Dans le canton de Mouscron-Comines-Warneton, le juge de paix ou un juge de paix suppléant doivent justifier de la connaissance de la langue néerlandaise; dans le canton de Tongres-Fourons, un juge de paix ou un juge de paix suppléant et, dans les cantons de Kraainem-Rhode-Saint-Genèse et de Meise, le juge de paix ou un juge de paix suppléant doivent justifier de la connaissance de la langue française».