De Raad van State zegt precies het tegenovergestelde: de economische en monetaire unie impliceert dat het vergunningsbeleid rekening moet houden enerzijds met de belangen van de federale overheid en anderzijds met de essentiële belangen van de andere gewesten en de politiek op die terreinen niet kan hypothekeren.
Le Conseil d'État, dit exactement le contraire : l'union économique et monétaire implique que la politique menée en matière de licences tienne compte, d'une part, des intérêts du pouvoir fédéral et, d'autre part, des intérêts essentiels des autres régions.