de toepassing van de afwijking van artikel 6, onder b) is
gerechtvaardigd en staat in verhouding tot de risico’s voor de volks- en diergezondheid in verband met het rechtstreekse niet-commerciële verkeer van niet-gevaccineerde gezelsch
apsdieren van de in deel A van bijlage I vermelde soorten
vanuit een van de aanvragende lidstaten naar de andere lidstaat o
f naar een deel van zijn grondgebied ...[+++].
l’application de la dérogation visée à l’article 6, point b), est justifiée et proportionnée au regard des risques pour la santé publique ou animale associés au mouvement non commercial direct, depuis l’un des États membres demandeurs vers l’autre ou une partie de leur territoire, d’animaux de compagnie non vaccinés des espèces répertoriées à l’annexe I, partie A.