In de gewone procedure beschikken de verdachte die in hechtenis wordt gehoud
en en zijn raadsman slechts over een termijn van
vijf dagen om de verdedig
ing voor te bereiden die zij aanvoeren voor de raad
kamer, en wordt het dossier hun slechts ter beschikking gehouden « gedurende de laatste werkdag vóór de verschijning » (artikel 21, § 3, van de wet betreffende de voorlopi
...[+++]ge hechtenis).
Dans la procédure ordinaire, l'inculpé qui est détenu et son conseil ne disposent que d'un délai de cinq jours pour préparer la défense qu'ils présentent en chambre du conseil, le dossier n'étant mis à leur disposition que « pendant le dernier jour ouvrable avant la comparution » (article 21, § 3, de la loi relative à la détention préventive).