Die minimumleeftijd wordt echter teruggebracht tot achttien jaar wanneer de echtelijke band of het geregis
treerd partnerschap reeds bestond vóór de vree
mdeling bij wie men zich komt voegen, in het Rijk aankwam (artikel 10, § 1, 4°, eerste streepje, tweede zin), of wanneer zij het bewijs leveren dat zij vóór de aankomst van de vree
mdeling bij wie men zich komt voegen in het Rijk, reeds ten minste één jaar hebben
...[+++] samengewoond (artikel 10, § 1, 5°, tweede lid).
Cet âge minimum est toutefois ramené à dix-huit ans lorsque le lien conjugal ou le partenariat enregistré est préexistant à l'arrivée de l'étranger rejoint dans le Royaume (article 10, § 1, 4°, premier tiret, deuxième phrase), ou lorsqu'ils prouvent une cohabitation d'au moins un an avant l'arrivée de l'étranger rejoint dans le Royaume (article 10, § 1, 5°, alinéa 2).