Vertaling van "reeds impliciet werden opgeheven " (Nederlands → Frans) :

De vier laatste leden tenslotte vervallen daar ze reeds stilzwijgend werden opgeheven (2) door de bepalingen in artikel 104bis , ingevoegd door de wet van 6 juli 1987.
Enfin, les quatre alinéas sont supprimés puisque les dispositions introduites à l'article 104bis par la loi du 6 juillet 1987, les avaient déjà tacitement abrogés (2).

Bij koninklijk besluit van 25 juni 2010 worden diverse vergunningen verleend aan de Rijksuniversiteit Gent in de periode 1965-2000, en die reeds impliciet werden opgeheven, formeel opgeheven met ingang van 11 juni 2010.
Par arrêté royal du 25 juin 2010, certaines autorisations délivrées à la " Rijksuniversiteit Gent" au cours de la période 1965-2000 et déjà implicitement abrogées, sont formellement abrogées à partir du 11 juin 2010.

Artikel 3 kan worden opgeheven, aangezien de artikelen 2, 3 en 4 van de wet van 30 oktober 1903 reeds werden opgeheven bij de wet van 16 juni 1970.
L'article 3 peut être abrogé, dès lors que les articles 2, 3 et 4 de la loi du 30 octobre 1903 ont déjà été abrogés par la loi du 16 juin 1970.

Het amendement is verantwoord door artikel 160 van de wet tot hervorming van de regelingen inzake onbekwaamheid en tot instelling van een nieuwe beschermingsstatus die strookt met de menselijke waardigheid, waardoor de woorden « of een onbekwaamverklaarde » bedoeld in artikel 764, eerste lid, 2º, van het Gerechtelijk Wetboek, reeds werden opgeheven.
Cet amendement est justifié par l'article 160 de la loi réformant les régimes d'incapacité et instaurant un nouveau statut de protection conforme à la dignité humaine qui a déjà supprimé les mots « ou d'un interdit » visés à l'article 764, alinéa 1, 2, du Code judiciaire.

Het lot van deze artikelen is in legistiek opzicht onzeker : ze werden noch uitdrukkelijk opgeheven noch vervangen, tenzij impliciet door artikel 131 en volgende.
Le sort de ces articles est incertain du point de vue de la technique législative : ils n'ont été ni abrogés explicitement, ni remplacés, à moins qu'ils ne l'aient été implicitement par les articles 131 et suivants.

Art. 10. De gegevens van de slachtoffers die in het kader van de bepalingen van de opgeheven wet van 5 maart 1998 betreffende de voorwaardelijke invrijheidstelling en tot wijziging van de wet van 9 april 1930 tot bescherming van de maatschappij tegen de abnormalen en de gewoontemisdadigers reeds gecontacteerd werden door de justitieassistent slachtofferonthaal en die in dit kader betrokken wensten te worden, worden door de justitieassistent slachtofferonthaal onverwijld overgemaakt aan de griffie van de strafuitvoeringsrechtbank.
Art. 10. Les informations concernant les victimes qui ont déjà été contactées par l'assistant de justice chargé de l'accueil des victimes dans le cadre des dispositions de la loi abrogée du 5 mars 1998 relative à la libération conditionnelle et modifiant la loi du 9 avril 1930 de défense sociale à l'égard des anormaux et des délinquants d'habitude et qui souhaitaient être associées dans ce cadre, sont transmises sans délai au greffe du tribunal de l'application des peines.

« Schenden artikel 8, § 2, van de wet van 13 juli 1976 betreffende de getalsterkte aan officieren en de statuten van het personeel van de krijgsmacht - geïnterpreteerd, enerzijds, in die zin dat het eveneens het statuut van de kandidaat-beroepsofficieren regelt die, doordat ze uit het actief kader komen, reeds benoemd zijn in de graad van onderluitenant van het actief kader, zoals het tijdelijk kader, en geïnterpreteerd, anderzijds, in die zin dat het eveneens artikel 18 van de wet van 18 maart 1838 houdende organisatie van de Koninklijke Militaire School impliciet heeft opgeheven, en artikel 39, § 1, eerste lid, van de wet van 1 maart 1958 betreffende het statuut der beroepsofficieren van de land-, de lucht-, de zeemacht en de medische dienst, geïnterpreteerd in die zin dat het verhindert dat de anciënniteit die voordien in de graden van officier van het actief kader, zoals het tijdelijk kader, werd verworven voor de bevordering in de graad van lager officier in aanmerking wordt genomen, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet,
« L'article 8.2 de la loi du 13 juillet 1976 relative aux effectifs en officiers et aux statuts du personnel des forces armées - interprété d'une part comme régissant également le statut des candidats officiers de carrière, qui, étant issus du cadre actif, sont déjà nommés au grade de sous-lieutenant dans le cadre actif, tel le cadre temporaire, et interprété d'autre part comme ayant également abrogé implicitement l'article 18 de la loi du 18 mars 1838 organique de l'Ecole royale militaire, et l'article 39, § 1, alinéa 1, de la loi du 1 mars 1958 relative au statut des officiers de carrière des forces terrestre, aérienne et navale et du service médical, interprété comme s'opposant ultérieurement à la prise en considération de l'ancienneté, acquise antérieurement dans les grades d'officier dans le cadre actif, tel le cadre temporaire, pour la promotion à un grade d'officier subalterne, ne méconnaissent-ils pas les articles 10 et 11 de la Constitution,

(1) Dit geldt zowel ten aanzien van de B.B.P'. s die dateren van vóór het plan, in welk geval ze impliciet worden opgeheven in zover ze de realisatie van dit wezenlijk element verhinderen, als ten aanzien van de B.B.P'. s die werden goedgekeurd na het plan, in welk geval ze niet mogen afwijken van dat wezenlijk element overeenkomstig artikel 50 van de ordonnantie houdende organisatie van de planning en de stedenbouw.
(1) Cela vaut aussi bien à l'égard des PPAS qui lui sont antérieurs, auquel cas ceux-ci sont implicitement abrogés en ce qu'ils ne permettent pas la réalisation de cette donnée essentielle, qu'à l'égard de ceux qui lui sont postérieurs, auquel cas ils ne peuvent déroger à cette donnée essentielle conformément à l'article 50 de l'ordonnance organique de la planification et de l'urbanisme.

Overwegende dat artikel 1 van het ministerieel besluit van 13 februari 1996 tot vaststelling in het Ministerie van Ambtenarenzaken van de ambten waarvan de titularissen van het voordeel van de onderbreking van de beroepsloopbaan worden uitgesloten, reeds impliciet door artikel 7 van het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen opgeheven wordt,
Considérant que l'article 1 de l'arrêté ministériel du 13 février 1996 déterminant au Ministère de la Fonction publique les fonctions dont les titulaires sont exclus du bénéfice de l'interruption de la carrière professionnelle, est déjà tacitement abrogé par l'article 7 de l'arrêté royal du 19 novembre 1998 relatif aux congés et aux absences accordés aux membres du personnel des administrations de l'Etat,