Art. 2. Iedere kleine en middelgrote onderneming, natuurlijke persoon of rechtspersoon, die door dit besluit beoogde activiteiten gewoonlijk en zelfstandig als hoofd- of als nevenberoep wil uitoefenen, moet bewijzen te beschikken over de in dit besluit vastgestelde intersectorale en/of sectorale beroepsbekwaamheid.
Art. 2. Toute petite et moyenne entreprise, personne physique ou personne morale, désireuse d'exercer des activités professionnelles, visées par le présent arrêté, de manière habituelle et indépendante, à titre principal ou à titre accessoire, doit prouver disposer de la compétence professionnelle intersectorielle et/ou sectorielle, fixée dans le présent arrêté.