In die prejudiciële vraag wordt derhalve ervan uitgegaan dat he
t surplus dat wordt gerealiseerd bij een inkoop van eigen aandelen en bij een kapitaalvermindering m
et uitkering aan de aandeelhouders - doordat er een positi
ef verschil bestaat tussen de ontvangen uitkering en de fiscale
waarde van de aandelen - ten aanzien van de aandeelhouder-vennootschap, op grond van artikel 1
92 van het ...[+++] WIB 1992 verschillend zouden worden behandeld.
Cette question préjudicielle suppose dès lors que le surplus qui est réalisé dans le cadre d'un rachat des parts ou actions propres et d'une réduction de capital avec distribution aux actionnaires ou associés - du fait qu'il existe une différence positive entre l'attribution perçue et la valeur fiscale des actions ou parts - serait, en vertu de l'article 192 du CIR 1992, dans le chef de la société actionnaire, traité différemment.