5. roept beide landen op erop toe te zien dat z
ij met hun optreden geen inbreuk maken op artikel 4, lid 1, van het UNESCO-verdrag van Den Haag van 1954 voor de bescherming van cultuurgoed in geval van gewapend conflict, dat elk gebruik van op hun grondgebied of op dat van ande
re verdragsluitende partijen gelegen cultuurgoed verbiedt waardoor het in geval van ge
wapend conflict kan worden vernietigd of besc
hadigd, en partijen verplicht ...[+++] zich te onthouden van alle vijandelijke handelingen tegen zulk goed;
5. invite les deux pays à faire en sorte que l'article 4, paragraphe 1, de la convention de 1954 pour la protection des biens culturels en cas de conflit armé, qui interdit l'utilisation de biens culturels situés tant sur leur propre territoire que sur celui des autres Hautes Parties contractantes à des fins qui pourraient exposer ces biens à une destruction ou à une détérioration en cas de conflit armé, ne soit pas violé par leurs actions et à s'abstenir de tout acte d'hostilité à l'égard de ces biens;