Ook in het tweede middel blijkt de kritiek
van de verzoekende partijen in de eerste plaats gericht te zijn tegen de keuze van de decreetgever om bij de voorrangsregeling voor de in
schrijvingen in het Nederlandstalige secundair onderwijs in Br
ussel-Hoofdstad een voldoende kennis van het Nederlands van één van de ouders in aanmerking te nemen, doch bij die voorrangsregels geen rekening te houden met de kennis van het Nederlands van h
...[+++]et kind.
Dans le deuxième moyen aussi, il apparaît que les parties requérantes critiquent en premier lieu le choix du législateur décrétal de prendre en compte, dans le cadre de la règle de priorité pour les inscriptions dans l'enseignement secondaire néerlandophone à Bruxelles-Capitale, une connaissance suffisante du néerlandais par l'un des parents, sans prendre en compte, dans le cadre de ces règles de priorité, la connaissance du néerlandais par l'enfant.