De personeelsleden van de kabinetten die geen deel uitmaken van het personeel van de federale Staat, van de Gemeenschappen en de Gewesten, van de diensten van de Brusselse instellingen en die met de uitvoeringstaken belast zijn alsmede het vak- en dienstpersoneel genieten van een kabinetstoelage geldend als wedde en vastgesteld binnen de perken van de minimumwedde en de maximumwedde van de in organiek stelsel aan de graad van de ministeries die met de uitgeoefende functie overeenstemt verbonden schaal, eventueel verhoogd met een bijkomende toelage die niet meer dan 2.382 EUR mag bedragen.
Les agents des cabinets qui ne font pas partie du personnel de l'Etat fédéral, des Communautés et des Régions, des services des institutions bruxelloises et qui sont affectés aux travaux d'exécution, ainsi que les gens de métier et de service, bénéficient d'une allocation de cabinet tenant lieu de traitement fixée dans les limites du traitement minimum et du traitement maximum de l'échelle attachée en régime organique au grade des ministères correspondant à la fonction exercée, augmentée éventuellement d'un supplément d'allocations qui ne peut dépasser 2.382 EUR.