De Ministerraad doet opmerken dat bij de regeling van het taalgebruik in gerechtszaken steeds rekening is gehouden met de bijzondere regelingen in de wetgeving op het taalgebruik in bestuurszaken ten aanzien van de zogenaamde taal
grensgemeenten : de taalkennisvereiste die reeds bij de invoering van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in
gerechtszaken werd opgelegd, is in de wet van 9 augustus 1963 behouden, rekening houdend m ...[+++]et het bestaan van taalfaciliteiten en dit « naar analogie » met de bijzondere regelingen in de bestuurstaalwet van 8 november 1962.Le Conseil des ministres observe qu'en vue de régler l'emploi des langues en matière judiciaire, il a toujours été tenu compte des règles particulières de la législation sur l'emploi des langues en matière administrative s'agissant des « communes de la frontière linguistique » : l'exigence de connaissances linguistiques qui avait déjà été prévue lors de l'adoption de la loi du 15 juin 1935 concernant l'emploi des langues e
n matière judiciaire a été maintenue dans la loi du 9 août 1963, compte tenu de l'existence de facilités linguistiques et ce, « par analogie » avec les règles particulières contenues dans la loi sur l'emploi des langues
...[+++] en matière administrative du 8 novembre 1962.