De Commissie was van oordeel dat zij, hoewel de gemeenschappelijke onderneming in Europa over een quasi-monopolie op de betrokken markt zal beschikken, de operatie kon goedkeuren, omdat ze voor de Gemeenschap van groot strategisch belang in de concurrentie op wereldschaal is.
La Commission a décidé d'approuver ce cas malgré le quasi-monopole que la joint venture détiendra en Europe sur le marché en cause, en raison de son importance stratégique pour la Communauté dans la concurrence mondiale.