Art. 3. De inburgeraar, vermeld in artikel 5, § 1, 1° en 3°, van het decreet, wordt vrijgesteld van de inburgeringsplicht als hij, uiterlijk binnen een termijn van twintig schooldagen na de aanmelding op het onthaalbureau, een door hem behaald getuigschrift of diploma als vermeld in artikel 5, § 2, derde lid, van het decreet, aan het onthaalbureau voorlegt.
Art. 3. L'intégrant, visé à l'article 5, § 1, 1° et 3°, du décret, est dispensé de l'obligation d'intégration civique s'il soumet au plus tard dans un délai de vingt jours scolaires suivant sa présentation au bureau d'accueil, un certificat ou diplômé obtenu par lui, tel que visé à l'article 5, § 2, alinéa trois, du décret.