Nu mogen lidstaten hun eigen burgers die gebruik maken van de door het Verdrag gewaarborgde rechten niet ongunstiger behandelen dan degenen die daar geen gebruik van maken (zie onder meer Zaak C-520/04, Turpeinen, en Zaak C-192/05, Tas-Hagen en Tas).
Actuellement, les États membres ne peuvent pas traiter leurs citoyens qui ont exercé les droits garantis par le traité plus défavorablement que ceux qui n'ont pas exercé ces droits (affaires C-520/04, Turpeinen, et C-192/05, Tas-Hagen).