Art. 3. Door de dienst Inclusieve Ondersteuning wordt in overleg met de persoon met een handicap en eventueel in overleg met de dienst die de vraagverduidelijking heeft uitgevoerd, op basis van de vraagverduidelijking het ondersteuningsplan opgesteld.
Art. 3. Le service de l'Accompagnement inclusif établit le plan d'accompagnement sur la base de l'identification des besoins en concertation avec la personne handicapée et, le cas échéant, avec le service ayant effectué l'identification des besoins.