Bovendien wordt de toestand van de ultraviolette lampen afhankelijk van de gebruiksintensiteit en ten minste om de drie maanden gecontroleerd, en mag de straling niet hoger zijn dan 0,3 W/m2 (Art. 3 -8° en 10°) Deze inrichtingen worden ook regelmatig door controleurs gecontroleerd onder supervisie van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.
Par ailleurs, l'état des émetteurs d'U.V. est contrôlé en fonction de la fréquence d'utilisation et au minimum tous les trois mois et le rayonnement ne peut dépasser 0,3 W/m2 (Art. 3, 8° et 10°).