Vertaling van "nr 2-12 20 strekkende " (Nederlands → Frans) :

Mevrouw Leduc dient een amendement (nr. 1) in, strekkende tot aanpassing van artikel 12 wat betreft het syndicaal statuut van de griffiers.
Mme Leduc dépose un amendement (nº 1) visant à adapter l'article 12 en ce qui concerne le statut syndical des greffiers.

- de laan 2 die de twee rondpunten op de begraafplaats verbindt; het Rondpunt der Militairen met in het midden de Dodenakker van Martelaren, het Militair Ereperk; Als monument : De volgende bouwwerken : - de hoofdingang, bestaande uit het hekken en de afsluitingsmuur; - de twee hoekpaviljoenen (gevels en bedakingen); - de omheiningsmuren, vanaf de inkompaviljoenen tot de dienstingang van het oude lijkenhuis langs de kant van de Kroonlaan en, langs de kant van de Boondaalse Steenweg, tot en met de pilasters van de dienstingang; - het schuilpaviljoen, gelegen aan de rechter kant bij het binnentreden; De volgende graftekens : 1. Meunier, Constantin, perk S-5-4, concessie nr 1665; 2. Geens-Piermont, perk S-7-10, concessie nr 1656; 3. Broodthaers, Marcel, laan 1-3-1, concessie nr 1190/50; 4. Canonne-Wittembercq, perk S-10d, concessie nr 1298; 5. Geerts, Edouard, laan 3-1-4, concessie nr 0854; 6. Bouré Paul en Felix, laan 3-1-11, concessie nr 0392; 7. Cauderlier, laan 3-3-29, concessie nr 0533; 8. Boulanger, Georges, laan 3-5-21, concessie nr 0565; 9. Altenloh, laan 13-3-44, concessie nr 2093; 10. Petitqueux-Deseille, perk U-4-3, concessie nr 2155; 11. Dessigny-Soudain, laan 4-1-11, concessie nr 0038; 12. Gaffé-Brulé, perk U-1, concessie nr 2283; 13.Servais-Dehoux, perk U-7-1, concessie nr 2319; 14. Pierre- Ripert, perk U-12-1, concessie nr 2607; 15. Schmetz-Schmitz, perk U-13-1, concessie nr 3479; 16. Lemonnier, laan 6-2-12, concessie nr 0884; 17. Dutrieux-Sacco, 1ste rondpunt, concessie nr 0046; 18. Francqui-Ferguson, perk V, hoek lanen 4 en 5, concessie 2721; 19. Chapel-Noulard, perk V-1-19, concessie nr 3072; 20. Delune, perk V-3-26, concessie nr 3105; 21. Ysaÿe-Bourdeaux, perk V tussen b6 en b7, concessie nr 3221; 22. Lepoutre, laan 5-3-10, concessie nr 0411; 23. Cruyt-Britz, laan 6-4-35, concessie nr 2033; 24. Wiertz, laan 5-5-18, concessie nr 1114; 25. Goffin-Kleinschmidt, perk W, hoek paal 14,15, concessie nr 3773; 26. Solvay, perk W ...
- l'avenue reliant les deux rond-points dans le cimetière et le rond-point des Militaires et dans son centre Le Reposoir des Martyrs; la Pelouse d'honneur militaire; Comme monument : Les constructions suivantes : - l'entrée principale, constituée de la grille et du mur de clôture; - les deux pavillons d'angle (façades et toitures); - les murs d'enceinte, depuis les pavillons d'entrée, jusqu'à l'entrée de service de l'ancienne morgue du côté de l'avenue de la Couronne et, du côté de la chaussée de Boondael, jusqu'à et y compris les pilastres de l'entrée de service; - le pavillon d'abri situé du côté droit en entrant; Les sépultures suivantes : 1. Meunier, Constantin, pelouse S-5-4, concession n° 1665; 2. Geens-Piermont, pelouse S-7-10, consession n° 1656; 3. Broodthaers, Marcel, avenue 1-3-1, concession n° 1190/50; 4. Canonne-Wittembercq, pelouse S-10d, concession n° 1298; 5. Geerts, Edouard, avenue 3-1-4, concession n° 0854; 6. Bouré, Paul et Félix, avenue 3-1-11, concession n° 0392; 7.Cauderlier, avenue 3-3-29, concession n° 0533; 8. Boulanger, Georges, avenue 3-5-21, concession n° 0565; 9.Altenloh, avenue 13-3-44, concession n° 2093; 10. Petitqueux-Deseille, pelouse U-4-3, concession n° 2155; 11. Dessigny- Soudain, avenue 4-1-11, concession n° 0038; 12.Gaffé-Brulé,pelouse U-1, concession n° 2283; 13. Servais - Dehoux, pelouse U-7-1, concession n° 2319; 14. Pierre - Ripert, pelouse U-12-1, concession 2607; 15. Schmetz - Schmitz, pelouse U-13-1, concession n° 3479; 16. Lemonnier, avenue 6-2-12, concession n° 0884; 17. Dutrieux-Sacco, 1 rondpoint, concession n° 0046; 18. Francqui-Ferguson, pelouse V, angle avenues 4 et 5, concession n° 2721; 19. Chapel - Noulard, pelouse V-1-19, concession n° 3072; 20. Delune, pelouse V-3-26, concession n° 3105; 21. Ysaÿe - Bourdeaux, pelouse V entre b6 et b7, concession n° 3221; 22. Lepoutre, avenue 5-3-10, concession n° 0411; 23. Cruyt - Britz, avenue 6-4-35, concession n° 2033; 24.Wiertz, avenue 5-5-18 ...

9 SEPTEMBER 2016. - Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van aanvullende nationale maatregelen voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden en voor controle op de visserijactiviteiten DE VLAAMSE REGERING, Gelet op Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 847/96, (EG) nr. 2371/2002, (EG) nr. 811/2004, (EG) nr. 768/2005, (EG) nr. 2115/2005, (EG) nr. 2166/2005, (EG) nr. 388/2006, (EG) nr. 509/2007, (EG) nr. 676/2007, (EG) nr. 1098/2007, (EG) nr. 1300/2008, (EG) nr. 1342/2008 en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1627/94 en (EG) nr. 1966/2006, het laatst gewijzigd bij Verordening (EU) 2015/812 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015; Gelet op de wet van 19 augustus 1891 betreffende de zeevisserij in de territoriale wateren, gewijzigd bij de wetten van 12 april 1957, 22 april 1999, 3 mei 1999 en 1 december 2013; Gelet op de wet van 10 oktober 1978 houdende vaststelling van een Belgische visserijzone, gewijzigd bij de wetten van 30 juni 1983, 22 april 1999, 3 mei 1999 en 1 december 2013; Gelet op het decreet van 28 juni 2013 betreffende het landbouw- en visserijbeleid, artikel 24, 1°, 2°, 3° en 6° ; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 9 december 2011 houdende de installatie van de satellietvolgapparatuur en het elektronische registratie- en meldsysteem op vissersvaartuigen; Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 2 juni 2016; Gelet op advies 59.661/3 van de Raad van State, gegeven op 20 juli 2016, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; Op voorstel van de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw;
9 SEPTEMBRE 2016. - Arrêté du Gouvernement flamand établissant des dispositions nationales complémentaires de conservation et de gestion des ressources de pêche et de contrôle à l'égard des activités de pêche LE GOUVERNEMENT FLAMAND, Vu le règlement (CE) n° 1224/2009 du Conseil du 20 novembre 2009 instituant un régime communautaire de contrôle afin d'assurer le respect des règles de la politique commune de la pêche, modifiant les règlements (CE) n° 847/96, (CE) n° 2371/2002, (CE) n° 811/2004, (CE) n° 768/2005, (CE) n° 2115/2005, (CE) n° 2166/2005, (CE) n° 388/2006, (CE) n° 509/2007, (CE) n° 676/2007, (CE) n° 1098/2007, (CE) n° 1300/2008, (CE) n° 1342/2008 et abrogeant les règlements (CE) n° 2847/93, (CE) n° 1627/94 et (CE) n° 1966/2006, modifié en dernière lieu par le règlement (CE) n° 2015/812 du Parlement européen et du Conseil du 20mai 2015 ; Vu la Loi du 19 août 1891 relative à la pêche maritime dans la mer territoriale, modifiée par les lois du 12 avril 1957, 22 avril 1999, 3 mai 1999 et 1 décembre 2013 ; Vu la loi du 10 octobre 1978 portant l'établissement d'une zone de pêche de la Belgique, modifiée par les lois du 30 juin 1983, 22 avril 1999, 3 mai 1999 et 1 décembre 2013 ; Vu le décret du 28 juin 2013 portant la politique de l'agriculture et de la pêche, article 24, 1°, 2°, 3° et 6° ; Vu l'arrêté du Gouvernement flamand du 9 décembre 2011 concernant l'installation d'appareils de localisation par satellite et de systèmes d'enregistrement et de transmission électroniques sur les navires de pêche ; Vu l'avis de l'Inspection des Finances, rendu le 2 juin 2016 ; Vu l'avis 59.661/3 du Conseil d'Etat, rendu le 20 juillet 2016, en application de l'article 84, § 1, alinéa 1, 2°, des lois sur le Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973 ; Sur proposition de la ministre flamande de l'Environnement, de la Nature et de l'Agriculture ;

De voornoemde Verordening (EG) nr. 881/2002 werd gewijzigd door de Uitvoeringsverordening (EU) nr. 450/2014 van de Commissie van 30 april 2014, Uitvoeringsverordening (EU) nr. 583/2014 van de Commissie van 28 mei 2014, Uitvoeringsverordening (EU) nr. 630/2014 van de Commissie van 12 juni 2014, Uitvoeringsverordening (EU) nr. 735/2014 van de Commissie van 4 juli 2014, Uitvoeringsverordening (EU) nr. 914/2014 van de Commissie van 21 augustus 2014, Uitvoeringsverordening (EU) nr. 930/2014 van de Commissie van 28 augustus 2014, Uitvoeringsverordening (EU) nr. 934/2014 van de Commissie van 1 september 2014, Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1022/2014 van de Commissie van 26 september 2014, Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1058/2014 van de Commissie van 8 oktober 2014, Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1193/2014 van de Commissie van 4 november 2014, Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1273/2014 van de Commissie van 28 november 2014, Uitvoeringsverordening (EU) nr. 2015/64 van de Commissie van 16 januari 2015, Uitvoeringsverordening (EU) nr. 2015/167 van de Commissie van 3 februari 2015, Uitvoeringsverordening (EU) nr. 2015/274 van de Commissie van 19 februari 2015, Uitvoeringsverordening (EU) nr. 2015/480 van de Commissie van 20 maart 2015, Uitvoeringsverordening (EU) nr. 2015/532 van de Commissie van 30 maart 2015, Uitvoeringsverordening (EU) nr. 2015/576 van de Commissie van 10 april 2015, Uitvoeringsverordening (EU) nr. 2015/617 van de Commissie van 20 april 2015, Uitvoeringsverordening (EU) nr. 2015/769 van de Commissie van 12 mei 2015, Uitvoeringsverordening (EU) nr. 2015/807 van de Commissie van 22 mei 2015, Uitvoeringsverordening (EU) nr. 2015/1330 van de Commissie van 31 juli 2015, Uitvoeringsverordening (EU) nr. 2015/1390 van de Commissie van 13 augustus 2015, Uitvoerings-verordening (EU) nr. 2015/1473 van de Commissie van 26 augustus 2015, Uitvoeringsverordening (EU) nr. 2015/1517 van de Commissie van 11 september 2015, Uitvoeringsverordening (EU) nr. 2015/1740 van de Co ...
Le Règlement (CE) n° 881/2002 précité a été modifié par le Règlement d'exécution (UE) n° 450/2014 de la Commission du 30 avril 2014, le Règlement d'exécution (UE) n° 583/2014 de la Commission du 28 mai 2014, le Règlement d'exécution (UE) n° 630/2014 de la Commission du 12 juin 2014, le Règlement d'exécution (UE) n° 735/2014 de la Commission du 4 juillet 2014, le Règlement d'exécution (UE) n° 914/2014 de la Commission du 21 août 2014, le Règlement d'exécution (UE) n° 930/2014 de la Commission du 28 août 2014, le Règlement d'exécution (UE) n° 934/2014 de la Commission du 1 septembre 2014, le Règlement d'exécution (UE) n° 1022/2014 de la Commission du 26 septembre 2014, le Règlement d'exécution (UE) n° 1058/2014 de la Commission du 8 octobre 2014, le Règlement d'exécution (UE) n° 1193/2014 de la Commission du 4 novembre 2014, le Règlement d'exécution (UE) n° 1273/2014 de la Commission du 28 novembre 2014, le Règlement d'exécution (UE) n° 2015/64 de la Commission du 16 janvier 2015, le Règlement d'exécution (UE) n° 2015/167 de la Commission du 3 février 2015, le Règlement d'exécution (UE) n° 2015/274 de la Commission du 19 février 2015, le Règlement d'exécution (UE) n° 2015/480 de la Commission du 20 mars 2015, le Règlement d'exécution (UE) n° 2015/532 de la Commission du 30 mars 2015, le Règlement d'exécution (UE) n° 2015/576 de la Commission du 10 avril 2015, le Règlement d'exécution (UE) n° 2015/617 de la Commission du 20 avril 2015, le Règlement d'exécution (UE) n° 2015/769 de la Commission du 12 mai 2015, le Règlement d'exécution (UE) n° 2015/807 de la Commission du 22 mai 2015, le Règlement d'exécution (UE) n° 2015/1330 de la Commission du 31 juillet 2015, le Règlement d'exécution (UE) n° 2015/1390 de la Commission du 13 août 2015, le Règlement d'exécution (UE) n° 2015/1473 de la Commission du 26 août 2015, le Règlement d'exécution (UE) n° 2015/1517 de la Commission du 11 septembre 2015, le Règlement d'exécution (UE) n° 2015/1740 de la Commission du 29 septembre 2 ...

In dat verband dient in herinnering te worden gebracht dat hoewel artikel 8 voornamelijk ten doel heeft het individu te beschermen tegen de willekeurige inmenging van de overheid, het ook de aanneming, door die overheid, kan impliceren van maatregelen strekkende tot de inachtneming van de bij dat artikel gewaarborgde rechten tot in de betrekkingen van de individuen onderling (zie, onder andere, Stubbings en anderen t. Verenigd Koninkrijk, arrest van 22 oktober 1996, Recueil des arrêts et décisions 1996-IV, p. 1505, § 62; Surugiu t. Roemenië, nr. 48995/99, § 59, 20 april 2004).
A ce sujet, il convient de rappeler que si l'article 8 a essentiellement pour objet de prémunir l'individu contre les ingérences arbitraires des pouvoirs publics, il peut aussi impliquer l'adoption par ceux-ci de mesures visant au respect des droits garantis par cet article jusque dans les relations des individus entre eux (voir parmi d'autres, Stubbings et autres c. Royaume-Uni, arrêt du 22 octobre 1996, Recueil des arrêts et décisions 1996-IV, pp. 1505, § 62; Surugiu c. Roumanie, n° 48995/99, § 59, 20 avril 2004).

22 JANUARI 2016. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de veiligheidsinrichtingen van de overweg nr. 20 op de spoorlijn nr. 49, baanvak Welkenraedt - Raeren, gelegen te te Raeren, ter hoogte van de kilometerpaal 11.726 De Minister van Mobiliteit, Gelet op de wet van 12 april 1835 betreffende het tolgeld en de reglementen van de spoorwegpolitie, artikel 2, geïnterpreteerd bij de wet van 11 maart 1866; Gelet op de wet van 23 juli 1926 betreffende de NMBS en het personeel van de Belgische Spoorwegen, artikel 17, vervangen bij de wet van 1 augustus 1960 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 18 oktober 2004; Gelet op de wet betreffende de politie over het wegverkeer gecoördineerd op 16 maart 1968, artikel 1, eerste lid; Gelet op het koninklijk besluit van 11 juli 2011 betreffende de veiligheidsinrichtingen aan overwegen op de spoorwegen, artikel 11, § 1; Gelet op het ministerieel besluit nr. A1/09735/49 van 9 juni 1981; Gelet op het ministerieel besluit van 12 januari 2015 tot vaststelling van de veiligheidsinrichtingen van de overweg nr. 20 op de spoorlijn nr. 49, baanvak Welkenraedt - Raeren, gelegen te Raeren ter hoogte van de kilometerpaal 11.726; Gelet op het ministerieel besluit van 25 augustus 2015 tot intrekking van het ministerieel besluit van 25 november 2014 houdende delegatie van handtekening voor wat betreft de ministeriële besluiten genomen in uitvoering van artikel 11, § 1, van het koninklijk besluit van 11 juli 2011 betreffende de veiligheidsinrichtingen aan overwegen op de spoorwegen; Overwegende dat het ministerieel besluit nr. A1/09735/49 van 9 juni 1981 de veiligheidsinrichtingen vaststelt van, onder andere, de overweg nr. 20 op de spoorlijn nr. 49, baanvak Welkenraedt - Raeren, gelegen te Raeren, ter hoogte van de kilometerpaal 11.726; Overwegende dat het noodzakelijk is deze veiligheidsinrichtingen in overeenstemming te brengen met het bovengenoemde koninklijk besluit van 11 juli 2011, rekening houdend met de kenmerkende eigensc ...
22 JANVIER 2016. - Arrêté ministériel fixant les dispositifs de sécurité du passage à niveau n° 20 sur la ligne ferroviaire n° 49, tronçon Welkenraedt - Raeren, situé à Raeren, à la hauteur de la borne kilométrique 11.726 La Ministre de la Mobilité, Vu la loi du 12 avril 1835 concernant les péages et les règlements de police sur les chemins de fer, l'article 2, interprété par la loi du 11 mars 1866; Vu la loi du 23 juillet 1926 relative à la SNCB et au personnel des Chemins de fer belges, l'article 17, remplacé par la loi du 1 août 1960 et modifié par l'arrêté royal du 18 octobre 2004; Vu la loi relative à la police de la circulation routière coordonnée le 16 mars 1968, l'article 1, alinéa 1; Vu l'arrêté royal du 11 juillet 2011 relatif aux dispositifs de sécurité des passages à niveau sur les voies ferrées, l'article 11, § 1; Vu l'arrêté ministériel n° A1/09735/49 du 9 juin 1981; Vu l'arrêté ministériel du 12 janvier 2015 fixant les dispositifs de sécurité du passsage à niveau n° 20 sur la ligne ferroviaire n° 49, tronçon Welkenraedt - Raeren, situé à Raeren la hauteur de la borne kilométrique 11.726; Vu l'arrêté ministériel du 25 août 2015 portant retrait de l'arrêté ministériel du 25 novembre 2014 portant délégation de la signature en ce qui concerne les arrêtés ministériels pris en exécution de l'article 11, § 1, de l'arrêté royal du 11 juillet 2011 relatif aux dispositifs de sécurité des passages à niveau sur les voies ferrées; Considérant que l'arrêté ministériel n° A1/09735/49 du 9 juin 1981 fixe les dispositifs de sécurité, entre autres, du passage à niveau n° 20 sur la ligne ferroviaire n° 49, tronçon Welkenraedt - Raeren, situé à Raeren, à la hauteur de la borne kilométrique 11.726; Considérant qu'il est nécessaire de rendre ces dispositifs de sécurité conformes à l'arrêté royal du 11 juillet 2011 mentionné ci-dessus, en tenant compte des caractéristiques de la circulation routière et ferroviaire ainsi que de la visibilité du passage à niveau visé ...

De regering dient een amendement in, strekkende om een artikel 11bis nieuw in te voegen (stuk Senaat, nr. 2/12/6, amendement nr. 16), strekkende om de bescherming te regelen van de werknemer die een klacht indient of een vordering instelt op basis van de huidige wet of de wet van 30 juli 1981.
Le gouvernement dépose un amendement tendant à insérer un article 11bis nouveau (do c. Sénat, nº 2-12/6, amendement nº 16), visant à organiser la protection du travailleur qui introduit une plainte ou engage une action en justice sur base de la présente loi ou de la loi du 30 juillet 1981.

Mevrouw Nyssens dient amendement nr. 205 (stuk Senaat, nr. 2-12/20) strekkende om te bepalen dat de Koning de Nationale Arbeidsraad moet betrekken bij de totstandkoming van het koninklijk besluit dat de nadere regels betreffende de praktijktest bepaalt.
Mme Nyssens dépose l'amendement nº 205 (do c. Sénat, nº 2-12/20) visant à préciser que le Roi doit associer le Conseil national du travail lors de l'élaboration de l'arrêté royal fixant les modalités pratiques du test de situation.

Mevrouw Nyssens dient amendement nr. 261 in (stuk Senaat, nr. 2-12/20) strekkende om § 2 van artikel 2 te vervangen teneinde het begrip indirecte discriminatie nauwkeuriger te omschrijven.
Mme Nyssens dépose l'amendement nº 261 (do c. Sénat, nº 2-12/20) visant à remplacer le § 2 de l'article 2 afin de définir plus précisément la notion de discrimination indirecte.