Zoals het Hof heeft opgemerkt in B.3.1, mogen de in artikel 2, 4°, van de ordonnantie beoogde voorzieningen niet in gebruik worden genomen zonder de erkenning van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie te hebben gekregen, met inachtneming van de normen die zijn vastgesteld door de federale overheden, alsook van die welke zijn vastgesteld door het Verenigd College, waarbij elk in zijn respectieve bevoegdheidssfeer optreedt.
Comme la Cour l'a relevé en B.3.1, les établissements visés par l'article 2, 4°, de l'ordonnance ne peuvent être mis en service sans avoir reçu l'agrément du Collège réuni de la Commission communautaire commune, dans le respect de normes arrêtées par les autorités fédérales ainsi que de celles qui ont été arrêtées par le Collège réuni, agissant chacun dans sa sphère de compétence respective.