Art. 75. In artikel 383 van
hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 17 juli 1984 en gewijzigd bij de wetten van 22 december 1998, 3 mei 2003, 7 mei 2010 en 8 mei 2014,
worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° paragraaf 1 wordt aangevuld met een lid, luidende: "De magistraten die op eigen verzoek vóór de wettelijke leeftijd zijn toegelaten tot de inruststelling en d
ie bovendien werden gemachtigd tot het voeren van de er
etitel van ...[+++] hun ambt behouden het statuut van magistraat wanneer zij daar niet uitdrukkelijk afstand van hebben gedaan, in voorkomend geval op een latere datum dan hun inruststelling".
Art. 75. A l'article 383 du même Code, remplacé par la loi du 17 juillet 1984, et modifié par les lois des 22 décembre 1998, 3 mai 2003, 7 mai 2010 et du 8 mai 2014, les modifications suivantes sont apportées: 1° le paragraphe 1 est complété par un alinéa rédigé comme suit: "Les magistrats qui à leur propre demande sont admis à la retraite avant l'âge légal et qui, en outre, ont été autorisés à porter le titre honorifique de leur fonction conservent leur statut de magistrat à moins qu'il n'y renoncent explicitement, le cas échéant à une date ultérieure à celle de leur admission à la retraite".