Komt het grote aantal instanties dat onder de meest uiteenlopende benamingen buiten het kader van de instellingen om zal worden opgericht (agentschappen, uitvoerende agentschappen, nationale agentschappen, enz.) de zichtbaarheid van het communautaire beleid wel ten goede?
La prolifération annoncée des entités en dehors du cadre des institutions portant des dénominations qui peuvent prêter à confusion ( agences, agences exécutives, agences nationales ...) sert-elle de manière appropriée l'objectif d'assurer la visibilité de l'action communautaire?