Vertaling van "meest behoeftige bevolkingsgroepen binnen " (Nederlands → Frans) :

Momenteel maakt de Commissie plannen om de voedselhulp aan de meest behoeftige bevolkingsgroepen voor de periode 2014-2020 te financieren via rubriek 1 (intelligente en inclusieve groei), omdat zij van mening is dat de maatregel kadert in de doelstelling van de armoedebestrijding in de Europa 2020-strategie.
La Commission projette actuellement de financer l’aide alimentaire en faveur des populations les plus défavorisées pour la période 2014-2020 via la rubrique 1 (Croissance intelligente et inclusive), estimant que la mesure s’inscrit dans le cadre de l’objectif de réduction de la pauvreté relevant de la stratégie Europe 2020.

De debatten betreffende de financiering van de voedselhulp aan de meest behoeftige bevolkingsgroepen voor de periode 2014-2020 via andere middelen dan die gewijd aan het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) zijn momenteel aan de gang op Europees niveau. Er werd tot op heden nog niets beslist.
Les débats relatifs au financement de l’aide alimentaire en faveur des populations les plus défavorisées pour la période 2014-2020 par d’autres moyens que ceux dédiés à la politique agricole commune (PAC) sont actuellement en cours au niveau européen, rien n’a encore été décidé à l’heure actuelle.

19. stelt voor dat de EU haar betrekkingen als donor met landen met een middelgroot inkomen opnieuw bekijkt, aangezien veel opkomende economieën de traditionele ontwikkelingssamenwerking ontgroeid zijn; verwacht dat de EU in plaats daarvan haar steun concentreert op de meest behoeftige bevolkingsgroepen binnen die landen en op de armste landen, met name de minst ontwikkelde landen;
19. suggère que l'Union réévalue sa relation de bailleur de fonds avec les pays à revenu intermédiaire puisque de nombreuses économies émergentes ont dépassé le stade de la coopération au développement traditionnelle; attend de l'Union qu'elle concentre plutôt ses financements sur les populations les plus démunies de ces pays et sur les pays les plus défavorisés, notamment les pays les moins développés;

A. overwegende dat 116 miljoen mensen in de Europese Unie een armoederisico lopen en 42 miljoen (dat wil zeggen 8 %) "in ernstige mate te lijden [hebben] onder materiële deprivatie en [.] zich een aantal behoeften die in Europa onmisbaar worden geacht voor een menswaardig bestaan niet [kunnen] veroorloven"; overwegende dat armoede de onaanvaardbare afspiegeling is van een ongelijke verdeling van de rijkdommen, inkomsten en middelen binnen een welvarende Europese economie; overwegende dat de meest kwetsbare bevolkingsgroepen, zoals ouderen en personen met een handicap, het ergst door de financiële, economische en sociale crisis zijn getroffen; overwegende dat de genomen of te nemen bezuinigingsmaatregelen in de Europese Unie de werkgelegenheid en de sociale bescherming niet in het gedrang mogen brengen, de situatie van de meest kansarmen niet erger mogen maken en miljoenen mensen die er nu nog in slagen door hun werk of pensioenuitkering te overleven of in hun behoeften en hun bestaan te voorzien, niet met werkloosheid, bestaansonzekerheid of armoede mogen bedreigen, in het bijzonder door het knippen in de begroting van overheidsdiensten en de socialebijstandsuitkeringen; overwegende dat door de verharding van de voorwaarden en de sancties in het sociaal activeringsbeleid als antwoord op de crisis de meest kwetsbaren verder in moeilijkheden komen, terwijl er weinig behoorlijk werk wordt aangeboden; overwegende dat de kloof tussen arm en rijk in de loop van de crisis steeds groter wordt;
A. considérant que 116 millions de personnes dans l’Union européenne sont menacées par la pauvreté et que 42 millions (soit 8%) vivent "dans un dénuement matériel extrême et n’ont pas les moyens de subvenir à des besoins estimés essentiels pour mener une vie décente en Europe", que la pauvreté est le reflet inacceptable d’une distribution inégale des richesses, des revenus et des ressources dans une économie européenne prospère; considérant que les populations les plus vulnérables, comme les personnes âgées et les personnes handicapées, ont été le plus fortement touchées par la crise financière, économique et sociale; considérant que les mesures d’austérité prises ou à prendre dans l’Union européenne ne peuvent porter atteinte à l'emploi et aux protections sociales, et aggraver la situation des plus défavorisés et menacer de chômage, de précarité ou de pauvreté des millions de personnes qui parvenaient encore à vivre ou à subvenir à leurs besoins et à leur existence par leur travail ou leur pension de retraite, en particulier en raison des coupes budgétaires dans les services publics et les aides sociales; considérant que le durcissement de la conditionnalité et des sanctions dans les politiques d’activation sociale comme réponse à la crise augmente les difficultés pour les plus vulnérables, alors que peu d’emplois décents sont offerts; considérant que le fossé entre riches et pauvres ne cesse de se creuser en conséquence de la crise,

A. overwegende dat 116 miljoen mensen in de Europese Unie een armoederisico lopen en 42 miljoen (dat wil zeggen 8 %) „in ernstige mate te lijden [hebben] onder materiële deprivatie en [.] zich een aantal behoeften die in Europa onmisbaar worden geacht voor een menswaardig bestaan niet [kunnen] veroorloven” ; overwegende dat armoede de onaanvaardbare afspiegeling is van een ongelijke verdeling van de rijkdommen, inkomsten en middelen binnen een welvarende Europese economie; overwegende dat de meest kwetsbare bevolkingsgroepen, zoals ouderen en personen met een handicap, het ergst door de financiële, economische en sociale crisis zijn getroffen; overwegende dat de genomen of te nemen bezuinigingsmaatregelen in de Europese Unie de werkgelegenheid en de sociale bescherming niet in het gedrang mogen brengen, de situatie van de meest kansarmen niet erger mogen maken en miljoenen mensen die er nu nog in slagen door hun werk of pensioenuitkering te overleven of in hun behoeften en hun bestaan te voorzien, niet met werkloosheid, bestaansonzekerheid of armoede mogen bedreigen, in het bijzonder door het knippen in de begroting van overheidsdiensten en de socialebijstandsuitkeringen; overwegende dat door de verharding van de voorwaarden en de sancties in het sociaal activeringsbeleid als antwoord op de crisis de meest kwetsbaren verder in moeilijkheden komen, terwijl er weinig behoorlijk werk wordt aangeboden; overwegende dat de kloof tussen arm en rijk in de loop van de crisis steeds groter wordt;
A. considérant que 116 millions de personnes dans l'Union européenne sont menacées par la pauvreté et que 42 millions (soit 8 %) vivent «dans un dénuement matériel extrême et n'ont pas les moyens de subvenir à des besoins estimés essentiels pour mener une vie décente en Europe» , que la pauvreté est le reflet inacceptable d'une distribution inégale des richesses, des revenus et des ressources dans une économie européenne prospère; considérant que les populations les plus vulnérables, comme les personnes âgées et les personnes handicapées, ont été le plus fortement touchées par la crise financière, économique et sociale; considérant que les mesures d'austérité prises ou à prendre dans l'Union européenne ne peuvent porter atteinte à l'emploi et aux protections sociales, et aggraver la situation des plus défavorisés et menacer de chômage, de précarité ou de pauvreté des millions de personnes qui parvenaient encore à vivre ou à subvenir à leurs besoins et à leur existence par leur travail ou leur pension de retraite, en particulier en raison des coupes budgétaires dans les services publics et les aides sociales; considérant que le durcissement de la conditionnalité et des sanctions dans les politiques d'activation sociale comme réponse à la crise augmente les difficultés pour les plus vulnérables, alors que peu d'emplois décents sont offerts; considérant que le fossé entre riches et pauvres ne cesse de se creuser en conséquence de la crise,

Is de Commissie bereid een ruimere toepassing te overwegen van begrotingssteun aan gedecentraliseerde fondsen in ontwikkelingslanden bij voorbeeld de begrotingen van plaatselijke overheden of steun aan fondsen voor de ontwikkeling van kiesdistricten van parlementsleden, daar deze op doelmatiger wijze kunnen doordringen tot afgelegen gebieden en meer rechtstreeks ter verantwoording kunnen worden geroepen door de meest behoeftige bevolkingsgroepen?
La Commission pourrait-elle dire si elle a l’intention d’envisager une application plus large de l’aide budgétaire dans les pays en développement, en la décentralisant, par exemple au bénéfice des pouvoirs publics locaux ou des fonds de développement des circonscriptions gérés par les députés, qui peuvent intervenir plus efficacement dans des régions reculées et rendre plus directement compte aux populations les plus nécessiteuses?

2. De Unie richt zich inzonderheid op de allerarmste en minst ontwikkelde landen, en op de meest behoeftige bevolkingsgroepen in de ontwikkelingslanden.
L'Union vise particulièrement les pays les plus pauvres et les moins avancés ainsi que les groupes de population les plus défavorisés dans les pays en développement.

ERKENT dat hoewel het de individuele lidstaten zijn die voor vaccinatieprogramma’s verantwoordelijk zijn, en er in de EU verschillende vaccinatieschema’s bestaan, het voor het verbeteren van de vaccinatiegraad ook nuttig kan zijn om binnen de EU samen te werken en de synergie met andere EU-beleidsdomeinen te verbeteren; daarbij dient in het bijzonder aandacht te worden besteed aan de meest kwetsbare bevolkingsgroepen in de verschillende regio’s en lidstaten van de Unie, en aan de toenemende mobiliteit.
FAIT LE CONSTAT que, s’il est vrai que les programmes de vaccination relèvent de la responsabilité de chaque État membre et qu’il existe au sein de l’Union européenne différents programmes de vaccination, la coopération au sein de l’Union européenne et l’amélioration des synergies avec d’autres domaines d’action de l’Union européenne peuvent également contribuer aux efforts déployés pour améliorer la couverture vaccinale, une attention particulière étant réservée aux populations les plus vulnérables identifiées dans les différentes régions et dans chaque État membre de l’Union et à l’augmentation de la mobilité.