Artikel 10, paragraaf 2, derde lid, van de wet van 15 december 1
980 bepaalt dat een meerderjarig gehandicapt kind dat er door zijn handicap niet toe in staat is zichzelf te onderhouden, zich bij zijn ouders mag voegen, op voorwaarde dat wordt bewezen dat de vreemdel
ing-gezinshereniger over stabiele, regelmatige en toereikende bestaansmiddelen beschikt
om zichzelf en zijn gezinsleden te onderhouden, en dat hij aldus niet ten laste z
...[+++]al vallen van de overheid.