Art. 3. De in artikel 2 genoemde werknemers hebben binnen de hierna bepaalde grenzen en voorwaarden recht op een tijdskrediet voor een maximumperiode van 5 jaar over de gehele loopbaan, op te nemen per minimumperiode van 3 maanden en per afzonderlijke periode van maximum 1 jaar, al dan niet aaneengesloten :
Art. 3. Les travailleurs, visés à l'article 2, ont, dans les limites et conditions fixées ci-après, droit à un crédit-temps pour une période maximale de 5 ans sur la carrière entière, à prendre par période minimale de 3 mois et par période séparée de 1 an au maximum, continue ou pas :