20. acht het noodzakelijk dat de criteria voor steunverlening aan gebieden met natuurlijke
handicaps in zekere mate worden verfijnd, om te
kunnen reageren op bijzondere geografische situaties waarin de natuurlijke handicaps door ingrijpen van de mens zijn opgevangen; onderstreept evenwel dat wanneer de bodemkwalite
it is verbeterd, er rekening moet worden gehou
den met de last van daarmee verbonden ...[+++] lopende kosten voor onderhoud zoals drainage en irrigatie; stelt voor hiertoe ook bedrijfseconomische gegevens (zoals het bedrijfsinkomen en de bodemproductiviteit) te gebruiken; onderstreept evenwel dat de beslissing over deze verfijnde criteria bij de lidstaten moet liggen, want veel lidstaten hebben voor differentiëring al een adequaat en geschikt systeem uitgewerkt dat gehandhaafd kan blijven; 20. estime qu'un certain degré d'ajustement national volontaire des critères régissant le soutien aux zones à handicaps naturels est nécessaire pour pouvoir réagir à des situations géographiques particulières où les handicaps naturels ont ét
é compensés par une intervention humaine; souligne toutefois que, lorsque la qualité des sols a été améliorée, il con
vient de prendre en compte la charge liée aux frais d'entretien, tels que les frais de drainage et d'«irrigation; propose qu'à cet effet, il soit également fait appel à des données éc
onomiques ...[+++](comme le revenu d'exploitation et la productivité des terres); souligne toutefois que la décision concernant les critères à utiliser pour cet ajustement est à prendre par les États membres, dès lors que nombre d'entre eux ont déjà mis au point un système approprié et performant de différenciation qu'il convient de conserver;