Beweerd werd dat beide markten marginale uitvoermarkten waren, en dat daarom geen uitvoervolumes van betekenis van deze markten naar de Unie zouden kunnen worden verlegd als de maatregelen werden opgeheven.
Elles ont fait valoir que ces deux pays représentaient des marchés d'exportation marginaux pour l'Inde et qu'aucun volume d'exportation important en provenance de ces marchés ne serait donc susceptible d'être réorienté vers l'Union en cas d'abrogation des mesures.