Vertaling van "maart 1978 blijft " (Nederlands → Frans) :

Na de bekrachtiging van het Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag aangaande de wederzijdse rechtshulp in strafzaken van 17 maart 1978 blijft het geheel van deze bepalingen van toepassing tussen de Staten waar de Overeenkomst van Schengen van 1990 in werking is getreden, namelijk op 6 juli 2000 de Lid-Staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepubliek Duitsland, de Franse Republiek, Spanje, Portugal, Italië, Griekenland en Oostenrijk.
L'ensemble de ces dispositions restera d'application entre les États pour lesquels la Convention de Schengen de 1990 est applicable, soit au 6 juillet 2000 les pays Membres de l'Union économique Benelux, la République d'Allemagne, la République française, l'Espagne, le Portugal, l'Italie, la Grèce et l'Autriche, après la ratification du Protocole additionnel à la Convention européenne d'entraide judiciaire en matière pénale du 17 mars 1978.

Art. 3. De maximumgrens van de wekelijkse arbeidsduur, vastgesteld bij artikel 19 van de arbeidswet van 16 maart 1971, gewijzigd bij de wet van 20 juli 1978, blijft vastgesteld als volgt :
Art. 3. La limite maximum de la durée hebdomadaire du travail, fixée par l'article 19 de la loi sur le travail du 16 mars 1971, modifiée par la loi du 20 juillet 1978, reste fixée à :

Art. 3. De maximumgrens van de wekelijkse arbeidsduur, vastgesteld bij artikel 19 van de arbeidswet van 16 maart 1971, gewijzigd bij de wet van 20 juli 1978, blijft tot en met 31 december 2010 vastgesteld als volgt :
Art. 3. La limite maximum de la durée hebdomadaire du travail, fixée par l'article 19 de la loi sur le travail du 16 mars 1971, modifiée par la loi du 20 juillet 1978, reste, jusque et y compris le 31 décembre 2010, fixée à :

Art. 2. Onverminderd de toepassing van artikel 19 van de arbeidswet van 16 maart 1971, gewijzigd bij de wet van 20 juli 1978, blijft de wekelijkse arbeidsduur op 40 uur per week vastgesteld, met aaneensluitende dagprestaties volgens de mogelijke arbeidsregelingen, voorzien in artikel 4.
Art. 2. Sans préjudice de l'application de l'article 19 de la loi travail du 16 mars 1971, modifié par la loi du 20 juillet 1978, la durée du travail hebdomadaire est fixée à 40 heures, compte tenu de prestations journalières ininterrompues suivant les régimes de travail possibles, prévus à l'article 4.

Art. 3. De maximumgrens van de wekelijkse arbeidsduur, vastgesteld bij artikel 19 van de arbeidswet van 16 maart 1971, gewijzigd bij de wet van 20 juli 1978, blijft tot en met 31 december 2008 vastgesteld als volgt :
Art. 3. La limite maximum de la durée hebdomadaire du travail, fixée par l'article 19 de la loi sur le travail du 16 mars 1971, modifiée par la loi du 20 juillet 1978, reste, jusque et y compris le 31 décembre 2008, fixée à :

Art. 3. De maximumgrens van de wekelijkse arbeidsduur, vastgesteld bij artikel 19 van de arbeidswet van 16 maart 1971, gewijzigd bij de wet van 20 juli 1978, blijft tot en met 31 december 2006 vastgesteld als volgt :
Art. 3. La limite maximum de la durée hebdomadaire du travail, fixée par l'article 19 de la loi sur le travail du 16 mars 1971, modifiée par la loi du 20 juillet 1978, reste, jusque et y compris le 31 décembre 2006, fixée à :

" Art. 2. Onverminderd de toepassing van artikel 19 van de arbeidswet van 16 maart 1971, gewijzigd bij de wet van 20 juli 1978, blijft de wekelijkse arbeidsduur op 40 uur per week vastgesteld, met aaneensluitende dagprestaties volgens de mogelijke arbeidsregelingen, voorzien in artikel 4.
" Art. 2. Sans préjudice de l'application de l'article 19 de la loi travail du 16 mars 1971, modifié par la loi du 20 juillet 1978, la durée du travail hebdomadaire est fixée à 40 heures, compte tenu de prestations journalières ininterrompues suivant les régimes de travail possibles, prévus à l'article 4.