De eerste prejudiciële vraag en, in het eerste onderdeel ervan, de tweede vraag die in de zaken nrs. 2172, 2173 en 2178 werd gesteld alsook de vraag die in de zaken nrs. 2195 en 2217 werd gesteld, slaan op het verschil in behandeling dat tussen r
echtzoekenden wordt ingevoerd naargelang zij al dan niet een bero
ep tot vernietiging hebben ingesteld tegen bepalingen van het koninklijk besluit van 24 juli 1997 tot instelling van de vrijwillige arbeidsregeling van de vierdagenweek en de regeling van de halftijdse vervroegde uitstap voor som
...[+++]mige militairen en tot wijziging van het statuut van de militairen met het oog op de instelling van de tijdelijke ambtsontheffing wegens loopbaanonderbreking, die ondertussen werden opgeheven en in dezelfde bewoordingen overgenomen door wetsbepalingen; aan de eerstgenoemden zou op discriminatoire wijze de jurisdictionele waarborg die het beroep tot vernietiging bij de Raad van State vormt, worden ontzegd.La première question préjudicielle et, dans sa première partie, la seconde question posée dans les affaires n 2172, 2173 et 2178 ainsi que la question posée dans les affaires n 2195 et 2217 portent sur la différence de traitement établie entre les justiciables qui ont et ceux qui n'ont pas introduit un recours en annulation contre des dispositions de l'arrêté royal du 24 juillet 1997 instaurant le régime volontaire de travail de la semaine de quatre jours et le régime du départ anticipé à mi-temps pour certains militaires et modifiant le statut des militaires en vue d'instaurer le retrait temporai
re d'emploi par interruption de carrière, entre-te ...[+++]mps abrogées et reprises dans les mêmes termes par des dispositions législatives; les premiers seraient discriminatoirement privés de la garantie juridictionnelle que constitue le recours en annulation au Conseil d'Etat.