Art. 29. Geen enkel door de Koning benoemde ereconsul of ere-vice-consul kan, zonder de uitdrukkelijke toelating van de Koning, het consulaat van een derde staat aanvaarden.
Art. 29. Aucun consul ou vice-consul honoraire nommé par le Roi ne peut, sans son autorisation expresse, accepter le consulat d'un état tiers.