Het Hof heeft dit argument verworpen en geoordeeld dat bijvoorbeeld geen woonplaatsvereiste aan kinderen van grensarbeiders kan worden opgelegd. Deze kinderen hebben bijgevolg recht op schoolgeld onder dezelfde voorwaarden als de kinderen van onderdanen van de lidstaat van tewerkstelling[78].
La Cour a rejeté ces arguments, arguant par exemple qu’aucune condition de résidence ne peut être appliquée à l’enfant d’un travailleur frontalier, qui bénéficie dès lors du même droit de scolarité que les enfants de ressortissants nationaux de l’État membre d’emploi[78].