onderstreept het belang van de ontwikkeling van constructieve en wederzijds nuttige betrekkingen tussen de EU en Rusland op vervoersgebied; betreurt het dat de kwestie van de vergoedingen voor het vliegen over Siberië nog steeds een hinderpaal voor de ontwikkeling van dergelijke betrekkingen is; herhaalt zijn grote bezwaar tegen het systeem van vergoedingen voor het vliegen over Siberië die EG-luchtvaartmaatschappijen moeten betalen om over Russisch grondgebied te mogen vliegen; acht deze praktijk niet in overeenstemming met de Russische verplichtingen krachtens het Verdrag van Chicago, met name artikel 15 daarvan; bevestigt onder meer zijn c
onclusies van 27/28 juni 2005 ...[+++] waarin hij het prioritaire belang onderstreepte van het vinden van een bevredigende oplossing in de vorm van de geleidelijke afschaffing van die vergoedingen; acht het vinden van een dergelijke oplossing een vereiste voor de toetreding van Rusland tot de WTO; herinnert aan de toezegging van de Russische regering van mei 20
04 in dit verband; machtigt de Commissie om te onderhandelen over een overeenkomst met de Russische regering waarbij het volgende wordt geregeld: de volledige afschaffing van de vergoedingen uiterlijk per 31 december 2013; een geleidelijke verlaging van de vergoedingen tijdens de overgangsperiode vanaf 2006; het verstrijken van de verplichte handelsovereenkomsten betreffende het vliegen over het grondgebied van de Russische Federatie uiterlijk in 2013; de geleidelijke afschaffing van de beperkingen voor het vliegen over Russisch grondgebied tussen Europa en Azië en de volledige afschaffing van alle niet-technische beperkingen uiterlijk in 2013; gaat er van uit dat een dergelijke overeenkomst in de plaats zal komen van de desbetreffende bepalingen van bilaterale luchtvaartovereenkomsten, inclusief eventuele daarmee verband houdende documenten, tussen lidstaten en de Russische Federatie; uit de wens om, op basis van een geslaagde oplossing van het overvluchtvraagstuk, met ...