« De diensten die voor de inwerkingtreding van dit hoofdstuk als lid van het wetenschappelijk personeel gepresteerd zijn bij de in artikel 2 opgenoemde instellingen alsook bij de inrichtingen voor hoger onderwijs welke door die instellingen zijn vervangen, komen zowel voor de ingang als voor de berekening van het rustpensioen in aanmerking, op voorwaarde dat deze diensten indien ze na 1 januari 1976 werden gepresteerd bezoldigd werden ten laste van de door de Staat verleende werkingstoelagen ».
« Les services prestés avant l'entrée en vigueur du présent chapitre en qualité de membre du personnel scientifique dans les institutions énumérées à l'article 2, ainsi que dans les établissements d'enseignement supérieur auxquels ces institutions ont été substituées, sont pris en considération tant pour l'ouverture du droit à la pension de retraite que pour le calcul de celle-ci, à condition que ces services, s'ils ont été prestés après le 1 janvier 1976, aient été rémunérés à charge des allocations de fonctionnement allouées par l'Etat ».