2. stelt dat het beleid inzake CO2-reductie niet ten koste mag gaan van beleid inzake de reductie van schadelijke stoffen die een bijdrage leveren aan smogvorming en zure regen, te weten stofdeeltjes, zwaveldioxide (SO2) en stikstofoxiden (NOx), koolstofmonoxide (CO) en vluchtige organische stoffen (VOS);
2. estime que la politique menée en matière de réduction des émissions de CO2 ne peut se développer aux dépens de celle menée en matière de réduction des autres substances nocives qui contribuent à la formation de smog et de pluies acides, à savoir les particules, le dioxyde de soufre (SO2), les oxydes d'azote (NOx), le monoxyde de carbone (CO) et les substances organiques volatiles ;