Alinea 2 vervolledigt deze bepaling door te stellen dat, in verband met de betrekkingen tussen het Auditcomité van de federale overheid (gevolmachtigde) en de Ministerraad (opdrachtgever van het comité), een tijdelijke verplichting tot vertrouwelijkheid bestaat. Deze is gerechtvaardigd door de noodzaak om de rechten van de personeelsleden van de overheid en de sereniteit van de interne auditactiviteiten te bewaren.
L'alinéa 2 complète cette première disposition en prévoyant que, dans le cadre des relations entre le Comité d'audit de l'Administration fédérale (mandataire) et le Conseil des Ministres (mandant du Comité), un devoir temporaire de confidentialité existe, justifié par la nécessité de préserver les droits des membres du personnel de l'Administration et la sérénité des activités d'audit interne.