De ambtenaar van de burgerlijke stand kan evenwel de aandacht van de aangever trekken ingeval uit bepaalde aanwijzingen blijkt dat de ontwrichting waarschijnlijk is (ingeval de moeder is ingeschreven op een andere verblijfplaats dan haar echtgenoot sedert een bepaalde tijd - hoe dan ook minder dan 300 dagen, in welk geval 2° van toepassing is).
Néanmoins, l'officier de l'état civil pourra attirer l'attention du déclarant lorsque certains indices apparaissent qui montrent que la désunion est vraisemblable (ainsi, si la mère est inscrite à un domicile différent de son mari depuis un certain temps - par hypothèse inférieur à 300 jours auquel cas le 2° s'applique).