»Op de echtgenoot
en de personen die worden aangemerkt als ten laste komend van een functionairs, van een gewezen f
unctionaris die een invaliditeits- of ouderdomspensioen geniet, of van een gewez
en functionaris die zijn dienst vóór de 60-jarige leeftijd had beëindigd en verzocht had in
het genot te worden gesteld ...[+++] van een tot de eerste dag van de kalendermaand, volgende op die waarin hij de 60-jarige leeftijd zou hebben bereikt, uitgesteld ouderdomspensioen, zijn de bepalingen van de hoofdstukken 5 en 6 van bijlage VIII van het Statuut betreffende de voorlopige pensioenen van overeenkomstige toepassing, wanneer de verblijfplaats van die functionaris of gewezen functionaris sedert meer dan één jaar onbekend is".
« En cas de disparition depuis plus d'un an, soit d'un agent, soit d'un ancien agent titulaire d'une pension d'invalidité ou d'ancienneté, soit d'un ancien agent ayant cessé ses fonctions avant l'âge de 60 ans et ayant demandé que la jouissance de sa pension d'ancienneté soit différée au premier jour du mois civil suivant celui au cours duquel il atteint l'âge de 60 ans, les dispositions des chapitres 5 et 6 de l'annexe VIII du statut relatives aux pensions provisoires sont applicables par analogie au conjoint et aux personnes considérées comme étant à la charge du disparu».