Gelet op het feit dat de patiënt zich in een situatie van aanhoudend en ondraaglijk fysiek lijden bevindt dat binnen afzienbare termijn het overlijden tot gevolg heeft, evenals op het feit dat de beh
andelende arts zich eveneens dient te vergewissen van de oordeelsbekwaamheid van de minderjarige patiënt, is het, in tegenstelling tot wat de verzoekende partijen in de zaak nr. 6030 aanvoeren in het vijfde onderdeel va
n het derde middel, redelijk verantwoord dat de bestreden wet niet voorziet in een bijkomend onderzoek van de oordeelsbekw
...[+++]aamheid van de minderjarige wanneer de kinder- en jeugdpsychiater of de psycholoog van oordeel is dat de patiënt inderdaad oordeelsbekwaam is.
Eu égard au fait que le patient se trouve dans une situation de souffrance physique constante et insupportable entraînant le décès à brève échéance et au fait que le médecin traitant doit aussi s'assurer de la capacité de discernement du patient mineur, il est raisonnablement justifié, contrairement à ce que font valoir les parties requérantes dans l'affaire n° 6030 dans la cinquième branche du troisième moyen, que la loi attaquée ne prévoie pas un examen complémentaire de la capacité de discernement du patient mineur lorsque le pédopsychiatre ou le psychologue estime que le patient est effectivement capable de discernement.