De lidstaten schrijven voor dat de onder deze richtlijn vallende instellingen en personen passende gedragslijnen en procedures op het gebied van de kennis van de cliënt, de melding van verdachte transacties, het bewaren van bewijsstukken, de interne controle, de risicobeoordeling, de risicobeheersing en de communicatie invoeren om transacties die met het witwassen van geld verband houden, te voorkomen en te verhinderen.
Les États membres exigent des établissements et des personnes relevant de la présente directive qu’ils mettent en place des mesures et des procédures adéquates en matière de vigilance à l’égard du client, de déclaration, de conservation des documents et pièces, de contrôle interne, d'évaluation et de gestion des risques et de communication, afin de prévenir et d’empêcher les opérations de blanchiment de capitaux.