« Art. 2. § 1. Enkel sperma gewonnen, behandeld en bewaard in een spermacentrum erkend door het Agentschap overeenkomstig de bepalingen van bijlage 1, hoofdstuk I of II, naargelang het geval, mag ter beschikking gesteld worden voor kunstmatige inseminatie van runderen behorende tot een ander beslag dan dat van de donor.
« Art. 2. § 1. Seul le sperme récolté, traité et stocké dans un centre de collecte de sperme agréé par l'Agence conformément aux dispositions de l'annexe 1, chapitre I ou II, suivant le cas, peut être mis à disposition en vue de l'insémination artificielle de bovins appartenant à un autre troupeau que celui du donneur.