In de huidige context waarbij de overheidsbegrotingen onder sterke druk staan, heeft de Commissie de lidstaten aangemoedigd om prioriteit toe te kennen aan efficiënte uitgaven voor onderwijs en beroepsopleiding[12], waardoor zij ook bijdragen aan de verwezenlijking van het vastgestelde streefcijfer, namelijk ervoor zorgen dat 40% van de generatie van 30-34-jarigen een diploma hoger onderwijs of soortgelijk onderwijs bezit[13].
Dans le contexte actuel, où les budgets publics sont placés sous le signe de la rigueur, la Commission encourage les États membres à donner la priorité à l’efficacité des dépenses en matière d’éducation et de formation professionnelle[12], tout en se rapprochant de son objectif de porter à 40 % la proportion de la génération des 30-34 ans titulaires d’un diplôme de l’enseignement supérieur ou d’un niveau équivalent[13].