Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "hof toen blijkbaar geen discriminatie " (Nederlands → Frans) :

Voert artikel 1675/19, § 3, van het Gerechtelijk Wetboek, volgens hetwelk de beschikking waarbij de rechter, op verzoek van de schuldbemiddelaar, een bevel tot tenuitvoerlegging geeft voor het voorschot dat hij bepaalt of ten belope van het bedrag van de erelonen, emolumenten en kosten dat hij vaststelt, niet vatbaar is voor verzet of hoger beroep, geen discriminatie in in het licht van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in voorkomend geval in samenhang gelezen met artikel 23, derde lid, 1°, van de Grondwet, tussen, enerzijds, de schuldbemiddelaar die, overeenkomstig de lering uit het arrest nr. 85/2010 gewezen op 8 juli 2010 door he ...[+++]

L'article 1675/19, § 3, du Code judiciaire, selon lequel la décision par laquelle le juge, sur requête du médiateur de dettes, délivre un titre exécutoire pour la provision qu'il détermine ou pour le montant des honoraires, émoluments et frais qu'il fixe, n'est susceptible ni d'opposition ni d'appel, ne crée pas une discrimination, au regard des articles 10 et 11 de la Constitution, le cas échéant lus en combinaison avec l'article 23, alinéa 3, 1°, de la Constitution, entre, d'une part, le médiateur de dettes qui, conformément à l'enseignement de l'arrêt n° 85/2010 rendu le 8 juillet 2010 par la Cour constitutionnelle, est admis à interj ...[+++]


Rekening houdend met het bovenstaande doen de in de prejudiciële vraag vermelde bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek geen discriminatie ontstaan tussen procespartijen naargelang de aansprakelijkheid van de Staat wegens een fout begaan in de uitoefening van de rechtsprekende functie door het Hof van Cassatie, dan wel wegens een fout begaan door een ander orgaan van de Staat in het geding is.

Compte tenu de ce qui précède, les dispositions du Code judiciaire mentionnées dans la question préjudicielle ne font pas naître une discrimination entre les parties au procès selon que la responsabilité de l'Etat est mise en cause pour une faute commise par la Cour de cassation dans l'exercice de la fonction juridictionnelle ou pour une faute commise par un autre organe de l'Etat.


Het Grondwettelijk Hof heeft zich uitgesproken over die verschillende behandeling en was van oordeel dat die situatie geen discriminatie inhoudt.

La Cour constitutionnelle a eu l'occasion de se prononcer sur cette différence de traitement et a estimé que la situation ne menait pas à une discrimination.


Bij arrest C-157/15 van 14 maart 2017 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie in antwoord op een door het Hof van Cassatie gestelde vraag gezegd voor recht dat het verbod om een islamitische hoofddoek te dragen op grond van een intern werkreglement van de private werkgever dat voorziet in het verbod op het zichtbaar dragen van enig politiek, filosofisch of religieus teken op het werk, geen directe discriminatie op basis van godsdienst in de zin van de desbetreffende Europese richtlijn oplevert.

Répondant à une question préjudicielle posée par la Cour de cassation, la Cour de justice de l’Union européenne a, par l’arrêt C-157/15 du 14 mars 2017, dit pour droit que l’interdiction de porter un foulard islamique qui découle d’une règle interne à l’entreprise interdisant le port visible de tout signe politique, philosophique ou religieux sur le lieu de travail ne constitue pas une discrimination directe fondée sur la religion au sens de la directive européenne concernée.


In de prejudiciële vraag wordt het Hof verzocht na te gaan of de in het geding zijnde bepaling een discriminatie invoert in zoverre zij uitsluitend rekening houdt met de beroepservaring van de betrokkenen vóór 2 juli 1997, zodat die bepaling « enerzijds, de personen die op datum van 2 juli 1997 over drie jaar ervaring beschikten, die verworven rechten kunnen genieten los van hun (eventuele) latere ervaring (tussen 1997 en 2010) en, anderzijds, de personen die op datum van 2 juli 1997 niet over drie jaar ervaring beschikten, die geen verworven ...[+++]

La question préjudicielle invite la Cour à examiner si la disposition en cause établit une discrimination en ce qu'elle tient uniquement compte de l'expérience professionnelle des personnes intéressées, antérieure au 2 juillet 1997, de sorte que cette disposition traite différemment, « d'une part, les personnes qui disposaient de trois années d'expérience en date du 2 juillet 1997, lesquelles peuvent bénéficier de droits acquis indépendamment de leur (éventuelle) expérience ultérieure (entre 1997 et 2010), et, d'autre part, les personnes qui ne disposaient pas de trois années d'expérience en date du 2 juillet 1997, lesquelles ne peuvent ...[+++]


Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij arrest van 24 oktober 2014 in zake de bvba « Belgium Taste » tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 19 november 2014, heeft het Hof van Beroep te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 31 van de wet van 31 januari 2009 betreffende de continuïteit van de ondernemingen de in de artikelen 10 e ...[+++]

Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet et R. Leysen, assistée du greffier F. Meersschaut, présidée par le président J. Spreutels, après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle et procédure Par arrêt du 24 octobre 2014 en cause de la SPRL « Belgium Taste » contre l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 19 novembre 2014, la Cour d'appel de Bruxelles a posé la question préjudicielle suivante : « L'article 31 de la loi du 31 janvier 2009 r ...[+++]


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 4 januari 2016 in zake Marie-Rose D'Haeyer tegen Vincent Lefevre, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 13 januari 2016, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Namen, afdeling Namen, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Geven de artikelen 827, 1017 en 1022 van het Gerechtelijk Wetboek, al dan niet afzonderlijk gelezen, geen aanleiding tot discriminatie tussen de partij die ten gronde in het ongelijk is gesteld en di ...[+++]

Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par jugement du 4 janvier 2016 en cause de Marie-Rose D'Haeyer contre Vincent Lefevre, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 13 janvier 2016, le Tribunal de première instance de Namur, division Namur, a posé la question préjudicielle suivante : « Les articles 827, 1017 et 1022 du Code judiciaire, pris isolément ou non, ne créent-ils pas une discrimination entre la partie qui succombe sur le fond et qui a droit si elle le demande et à condition de se t ...[+++]


Het Hof oordeelde dat de EU-lidstaten geen gedegen bewijs hebben geleverd toen ze Hamas op de lijst plaatsten, maar hun beslissing baseerden op "feitelijke toerekeningen in de pers en op internet" en niet op "onderzochte en door relevante autoriteiten bevestigde daden".

La Cour a estimé que les pays membres de l'UE n'avaient fourni aucune preuve tangible lors de l'inscription du Hamas sur la liste et qu'ils avaient fondé leur décision non pas sur "des faits examinés et retenus par des autorités compétentes" mais sur "des imputations factuelles tirées de la presse et d'Internet".


In dezelfde geest heeft het Hof bijvoorbeeld erkend dat een criterium in verband met de woonplaats in beginsel niet ongeschikt is om te bepalen wie het actief en passief kiesrecht bij de verkiezingen voor het Europees Parlement heeft. Tevens heeft het echter verduidelijkt dat een dergelijk criterium geen aanleiding mag geven tot een schending van de algemene beginselen van het EU-recht, in het bijzonder het beginsel van non-discriminatie[29].

Dans le même esprit, la Cour a, par exemple, admis que le critère lié à la résidence n'était pas, en principe, inapproprié pour déterminer quels étaient les bénéficiaires du droit de vote et d’éligibilité aux élections au Parlement européen, tout en précisant qu’un tel critère ne devrait pas aboutir à une violation des principes généraux du droit de l’UE, et notamment du principe de non-discrimination[29].


Het Hof heeft tot dusver geen van de door de lidstaten aangevoerde rechtvaardigingen aanvaard, bijvoorbeeld de specifieke kenmerken van werk in de publieke sector, het belonen van loyaliteit (onder bepaalde voorwaarden), verschillende loopbaanstructuren, omgekeerde discriminatie, problemen met het vergelijken of het homogeniteitsbeginsel.

La Cour n'a toujours pas accepté les justifications avancées par les États membres, comme la nature spécifique de l'emploi dans la fonction publique, la récompense de la loyauté (sous certaines conditions), les différences dans les structures de carrière, la discrimination à rebours, les difficultés d'établir des comparaisons, le principe d'homogénéité.




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'hof toen blijkbaar geen discriminatie' ->

Date index: 2024-10-10
w