1. a) Hoeveel treinstations zijn er per gewest? b) Hoeveel reizigers stappen er gemiddeld per dag op? c) Hoeveel personeelsleden werken er? d) Welk percentage van de bevolking, steeds per gewest, woont op loopafstand - binnen een straal van 1 km - van de stations?
1. a) Combien de gares chaque région compte-t-elle? b) Combien de voyageurs y prennent le train chaque jour, et ce en moyenne? c) Combien d'agents y travaillent? d) Quel pourcentage de la population, toujours par région, habite dans un rayon d'un kilomètre d'une gare?