Om het effect van de anciënniteitstijging, namelijk de ontwikkeling van het verloop van de gemiddelde geldelijke anciënniteit die de personeelsleden jaarlijks hebben opgebouwd met ingang van 1 januari 2000, op te vangen wordt, binnen de perken van de begrotingskredieten, 75 % van de bedragen, vermeld in artikel 13, eerste lid, 1° tot en met 3°, en het volledige bedrag, vermeld in artikel 13, eerste lid, 4° en 5°, aangepast met een door de Vlaamse regering te bepalen parameter.
Pour faire face aux répercussions de l'augmentation de l'ancienneté, notamment le développement du déroulement de l'ancienneté pécuniaire moyenne constituée annuellement par les membres du personnel à partir du 1 janvier 2000, 75 % des montants visés à l'article 13, premier alinéa, 1° à 3° inclus, et le montant complet visé à l'article 13, premier alinéa, 4° et 5°, sont affectés, dans les limites des crédits budgétaires, par un paramètre à déterminer par le Gouvernement flamand.